De rente staat op een historisch laag punt.

Positief voor huiseigenaren

De rente bevindt zich op een historisch laag punt. U kunt nu al een hypotheek afsluiten waarbij de rente voor een heel lange periode van wel meer dan 20 jaar wordt vastgezet op minder dan 1,5%. Dit betekent dat, ook als de rente weer zou gaan stijgen, u voor een heel lange tijd zeker bent van lage kosten voor de financiering van uw woning.

Heeft u al een hypotheek? Maar staat de hoogte van de rente die u met de bank heeft afgesproken nog voor een aantal jaren vast? Ook dan zijn er verschillende oplossingen om tot aanpassing van uw hypotheek te komen. In de praktijk zal een aanpassing ertoe leiden dat u per direct lagere woonlasten krijgt. En over een lange reeks van jaren de zekerheid behoudt van een lage rente. Als u hier meer over wilt weten, maak dan een afspraak met ons. Wij kijken graag samen met u naar de mogelijkheden die er voor uw situatie bestaan.

De keerzijde van de lage rente

Als u geld wilt lenen, dan is een lage rente in uw voordeel. Maar, als u vermogen wilt opbouwen, kan een lage rente juist weer heel nadelig voor u zijn.

Dat speelt op dit moment bij pensioenen. De meeste werknemers nemen deel aan een pensioenregeling. Werknemers bouwen in deze pensioenregeling een stukje vermogen op. Vermogen dat na pensionering, naast de AOW die wordt ontvangen, recht geeft op een maandelijkse uitkering. Vooral pensioenfondsen hebben last van de lage rente. Zij moeten daardoor meer reserves aanhouden. Het gevolg daarvan ziet u regelmatig in de media terugkomen: veel pensioenfondsen kunnen de koopkracht niet meer bijhouden en staan op het randje dat ze moeten korten op de uitkeringen. Bouwt u uw pensioen op bij een pensioenfonds? Dan hoeft u niet bang te zijn dat het pensioenvermogen als sneeuw voor de zon verdwijnt. Maar de uitkering zal wel lager zijn dan u misschien tien jaar geleden had gedacht.

Datzelfde geldt voor als u geld opzij zet voor een lijfrente-uitkering. In het verleden was het niet ongebruikelijk dat banken en verzekeringsmaatschappijen in rekenvoorbeelden werkten met een jaarlijks rendementen van 8%. Bij een lijfrente werkt dat langs twee kanten positief uit. De bedragen die u maandelijks of jaarlijks stort, groeien bij het rekenen met 8% heel fors. Daardoor werd gerekend met voorbeelden waarin de doorrekening uitwees dat u na bijvoorbeeld 20 jaar een fors kapitaal had opgebouwd. Vervolgens werd aan de hand van deze 8% berekend welke uitkering u tijdelijk of levenslang uit dit opgebouwde kapitaal kon krijgen.

Destijds hield niemand er rekening mee dat deze prognose 8% in werkelijkheid wel eens zou kunnen dalen naar een percentage van minder dan 1%! En dat voor het bedrag dat is opgebouwd een lagere uitkering kan worden aangekocht dan bij het afsluiten was voorzien.

Sparen leidt steeds vaker tot een negatief rendement
De rente op klassieke spaarproducten is historisch laag. Bij hoger spaartegoeden wordt zelfs een negatieve rente berekend. Bovendien betaalt u over een deel van het spaargeld vermogensbelasting. Hoe hoger het tegoed, hoe hoger het fictief rendement waarmee de fiscus rekent. Dit fictieve rendement is vele malen hoger dan de rente die u op uw spaarrekening ontvangt. Om deze redenen zien wij dat steeds meer consumenten overgaan om een deel van hun vermogensopbouw te laten verlopen via beleggingen. Keuzen rondom beleggen vragen echter om een deskundig en onafhankelijk advies.